Technische gegevens voor Messing Pijpfittingen
- Fittingen die de buisdoorgang beëindigen of verlengen, zijn koppelingen, adapters, koppelingen, doppen en pluggen.
- Hulpstukken die worden gebruikt om de richting van een buis te veranderen, zijn ellebogen.
- Naarmate de temperatuur van het water stijgt, neemt de werkdruk af.
- Laat verbindingen toe tussen componenten en systemen die zowel NPT- als ISO-schroefdraadconfiguraties gebruiken.
- Buisfittingen zijn licht van gewicht en bestendig tegen corrosie.
- Koperen pijpfittingen staan ook bekend om hun niet-corrosieve eigenschappen.
- Gietijzeren buisfittingen zijn zeer goed bestand tegen slijtage.
Kenmerken van messing pijpfittingen
- Staal en messing pijpfittingen worden soms gebruikt voor hun sterkte en duurzaamheid.
- Kunststof buisfittingen worden het meest gebruikt voor hun lage kostenduurzaamheid en installatiegemak.
- Buisleidingen van messing moeten met geschikt afdichtmiddel worden gebruikt om lekdichte voegen te garanderen.
- Ontworpen als lekvrije verbinding voor proces, voeding, instrumentatie en algemene industriële toepassingen.
- Hulpstukken die worden gebruikt om de buisafmetingen te veranderen, zijn verloopstukken, bussen, koppelingen, verloopstukken en adapters.
- Hulpstukken die twee of meer leidingen verbinden zijn T-stukken, kruisen, zij-inlaat-ellebogen en wyes.
Voordelen van koperen buisleidingen
- Steel and Brass Pipe Fittings are sometimes used for their strength and durability.
- Plastic Pipe Fittings are most widely used for their low cost durability and ease of installation.
- Brass Pipe Fittings must be used with suitable sealant to ensure leak proof joints.
- Designed as leak-free connection for process, power, instrumentation and general industrial applications.
- Fittings used to change pipe size are reducers, bushings, couplings, fitting reducers and adapters.
- Fittings which connect two or more pipes are tees, crosses, side inlet elbows and wyes.
DIN | Materiaal | Dimensie | |
---|---|---|---|
DIN 2506, deel 1, naadloos | R=1,5 D | St. 37.0 | 20 – 521 mm |
DIN 2506, deel 1, naadloos | R=1,5 D, 45 and 90 | St. 35.8 / class 1 | 26.9 – 323.9 mm |
DIN 2506, deel 1, gelast | R=1,5 D, 90 | R.St. 37.2 or ST.42.8/1 | 406 – 813 mm |
DIN flenzen | |||
DIN 2631 tot 2637 | Flensflenzen lassen | 14 – 1220 mm | |
DIN 2642 | Losse flenzen | 17,2 – 323,9 mm | |
DIN 2527/ND10/16/25/40 | Blinde flenzen | NW 10 – NW 600 | |
DIN 2576 | Platte lasflenzen | 17, 2 – 508mm | |
DIN 2566 | Flenzen met schroefdraad | 1/2″ – 6″ | |
BS4504/6/10/16/25/40 | BSP met schroefdraad | koolstofstaal | 15mm to 300mm |
BS4504/6/10/16/25/40 | Blinde flenzen | koolstofstaal | 15mm to 300mm |
BS4504/6/10/16/25/40 | Slip op flenzen | koolstofstaal | 15mm to 300mm |
BS4504/6/10/16/25/40 | Lasnekflenzen | koolstofstaal | 15mm to 300mm |
DIN stomplassen | |||
DIN 2615 T-stukken | R.St.35.8 / Klasse 1 | 21.3 – 323.9 mm | |
DIN 2616 Verloopstukken (concentrisch deel 2 en excentrisch deel 1) | 26.9 x 21.3 – 508 x 406.4 | ||
DIN 2618 | Branch Units | 30 – 323.9 mm | |
DIN 2619 | Branch bochten | 26.9 – 323.9 mm | |
DIN 28011 | Caps | R.St. 32.7 and / or H 2 | 33.7 – 323.9 mm |